Atelier Vrije Grafiek Academie DKO Gent
Op deze pagina vind je alle info over het atelier Vrije Grafiek aan de Academie voor Beeldende Kunst Gent.
Wij vinden het belangrijk om je goed te informeren voor je bij ons start en nodigen dan ook iedere nieuwe student uit voor een kennismakingsgesprek in de eerste week van september 2021.
Klik hieronder op de woorden waarover je info wil. Je wordt naar het onderdeel van de pagina gebracht met de desbetreffende informatie.
Hopelijk tot binnenkort!
Wat is Grafiek ?
In het atelier Vrije Grafiek Academie voor Beeldende Kunst Gent komen 4 grote deelgebieden van de grafische technieken aan bod:
diepdruk, hoogdruk, doordruk en vlakdruk (een diepdruktechniek).
Daarnaast is er ook nog de fotopolymeer. Door leveringsproblemen en mindere kwaliteit van de fotoplymeerfilm zien wij ons genoodzaakt om dit schooljaar het onderdeel fotopolymeer niet in te richten. Gedurende het jaar zullen de docenten wel de alternatieven voor deze drukmethode onderzoeken en hopen we hiermee in het schooljaar 2025-20206 te kunnen starten.
Diepdruk, meestal gekend onder de benaming 'etsen', is een druktechniek waar het beeld zich in de diepte bevindt. Het beeld wordt op een plaat (dit kan plastic of metaal zijn) gekrast of geëtst (in een etsbad ondergedompeld gedurende een bepaalde tijd). De lijnen of vlakken bevinden zich dus onder het plaatoppervlak.
Na het etsen of krassen inkt men de plaat met etsinkt. De overtollige inkt aan het oppervlak haalt men weg zodat er enkel inkt blijft in de diepte, dus daar waar het gekraste of geëtste beeld aanwezig is. Men legt de plaat op het etsbed en bovenop komt een vochtig etspapier. De plaat wordt onder hoge druk door de pers? gedraaid. De druk duwt het vochtige, zachte papier in de dieptes en daar wordt de inkt opgenomen.
Na het drukken droogt men het papier.
Tekenen is een aspect dat bij diepdruk zeer aanwezig is. Een ideale techniek voor wie graag tekenkundig werkt.
Bekende namen die graag met deze techniek werk(t)en zijn o.a. Picasso, Kiki Smith, Louise Bourgeois, Lucian Freud, …
Hoogdruk in zijn eenvoudigste vorm is dit aardappelstempel die we ooit allemaal als kind wel eens maakten. In het atelier werken we voornamelijk met linoleum en hout als drager. Het te drukken materiaal wordt geschuurd tot een effen vlak. Daarop kan je een tekening maken waarna het wegsnijden kan beginnen. Alle delen die niet moeten drukken worden weggesneden. Alles wat getekend is blijft staan. Na beëindigen van het snijden wordt de drager met een inktrol ingeïnkt. Het gebruik van de inktrol maakt dat enkel de delen in de hoogte inkt krijgen. Wat weggesneden is wordt niet ingeïnkt. Een droog papier wordt op de druk gelegd en met een pers of met de hand wordt de inkt overgezet op het papier.
Bij de Japanse hoogdruk is het snijproces identiek, maar wordt bij het ininkten geen gebruik gemaakt van inktrollen of inkt op oliebasis. Men inkt in met borstels en watergedragen verven zoals gouache waardoor heel subtiele en picturale beelden kunnen worden gecreëerd. Alles wordt met de hand afgedrukt.
Hou je van een mooie stevige karaktervolle lijn, kleurige vlakken en het snijden in hout of linoleum? Dan is dit jouw techniek.
Iedereen kent wel de houtsnede De Grote Golf van Kanagawa van Hokusai. Maar ook voor volgende kunstenaars is het een techniek waar ze van houden: Annu Vertanen, Anselm Kiefer, Gert en Uwe Tobias, Käthe Kollwittz, Christiane Baumgartner, …
Bij doordruk maakt men gebruik van een soort zeef om het beeld te drukken, vandaar ook de naam zeefdruk. Het gaas is gespannen op een metalen of houten kader en bestaat uit verticale en horizontale draden die dicht geweven zijn. Tussen de draden ontstaan er openingen.
Door de zeef op bepaalde plaatsen selectief dicht te schilderen en ander delen open te laten, creëert men het beeld? te drukken vlak. Overal waar de zeef open staat kan men inkt door de gaatjes duwen. Waar de zeef dicht staat, kan de inkt niet door de gaatjes.
Op de zeefdruktafel legt men een papier, textiel of andere drager. Men brengt de inkt aan op de zeef en duwt door middel van een rakel de inkt door de open delen. Op deze manier wordt het beeld overgebracht op het papier. Nu enkel de inkt nog laten drogen en klaar!
De techniek voor wie graag met veel kleur, lijnen, vlakken en texturen werkt.
Bekend zijn de zeefdrukken van Andy Warhol, Roy Lichtenstein, Luc Tuymans, Jenny Holzer, ...
Fotopolymeer, in onze context verwijst het woord foto naar foton: licht. Polymeer staat voor het gebruikte materiaal. Bij fotopolymeer maakt men gebruik van een materiaal (fotoplymeerfilm) dat we op een drager (in ons geval een koperplaat) lamineren. Bij blootstelling aan Ultraviolet licht wordt dit materiaal hard. Waar het licht niet kan doordringen, blijft het materiaal zacht en kan opgelost worden met water waaraan wat soda is toegevoegd.
Hoe gaat men te werk bij deze techniek? Men maakt op een transparante drager een tekening met een inkt of tekenmateriaal dat geen licht doorlaat. De tekening legt men op de gelamineerde plaat en belicht men met Uv-licht. Daar waar de tekening staat kan het licht niet door en daaronder blijft de fotopolymeer zacht. De niet betekende delen laten het licht wel door en daar wordt de fotopolymeerfilm hard. Na belichten wordt de plaat in een bad met een oplossing van water en soda gelegd. De belichte delen die hard zijn lossen niet op, de afgeschermde delen wel en er ontstaat een diepte die inkt kan vasthouden.
Deze techniek is nog niet zo oud en wordt voornamelijk voor fotografische of digitale beelden gebruikt. Er zijn fotopolymeerfilms en fotopolymeerplaten. In het atelier gebruiken we meestal fotopolymeerfilm daar die goedkoper is.
Men drukt op dezelfde manier af als bij etsen.
Zoals hierboven aangegeven bieden we in het schooljaar 2024-2025 deze techniek niet aan.
Cartsen Höller, Tacita Dean, Dahn Vo en andere kunstenaars die het fotografisch beeld gebruiken, werken graag met deze techniek.
Bij vlakdruk ligt het beeld aan het oppervlak. In het atelier hebben we geen mogelijkheid om met lithografie (steendruk) te werken, wat we wel aanbieden in dit onderdeel is aquarel monotype, transfer monotype, gelliplate, mokulitho en prontoplate.
Je creëert het beeld door op een drager te schilderen met watergedragen of oliegedragen inkten. Het werk kan eenmaal of maximum een paar keer gedrukt worden.
Waarom niet gewoon tekenen of schilderen? Het materiaal waarop je de beelden schildert, neemt geen water of olie op en geeft je hierdoor de mogelijkheid om je beelden op papier, maar ook andere dragers, over te zetten. Met monotype kan je texturen en gelaagdheden creëren die je niet krijgt bij schilderen.
Dit is een ideale techniek voor wie snel en rechtstreeks wilt werken en die perfect gecombineerd kan worden met de 4 bovenstaande technieken.
Edgar Degas, Tracey Emin, Eric Fischl, behoren tot de liefhebbers van deze techniek.